Ze zei: “Ik wil eigenlijk heel graag ergens een opleiding mediumschap gaan volgen…”
Ik zei: “Maar…?”
Ze zei: “Ik durf niet.”
Ik zei: “Waar zit je angst?”
Zij zei: “Ik vind het geloof ik een beetje eng… omdat ik niet weet waar ik me mee inlaat…”
Oke, waar te beginnen.
Met eerst te zeggen dat je inlaten met iets nieuws en onbekends natuurlijk altijd spannend is. Dus dat begrijp ik. Maar dan de vraag: waar hebben we het eigenlijk over? Waar laten we ons eigenlijk mee in als we de spirituele wereld gaan onderzoeken?
De spirituele wereld.
Ik krijg al tranen in mijn ogen als ik de woorden opschrijf.
Zo ontzettend groots. Zo eindeloos geduldig. Zo onmetelijk liefdevol. Zo compleet onvoorwaardelijk. Het is bijna niet voor te stellen. En waarom is het bijna niet voor te stellen? Omdat we al zo lang ‘hier’ zijn, in het aardse. En hier gelden die mooie dingen niet zo sterk. Hier is niets zo groots en zo geduldig. Hier is bijna niets onvoorwaardelijk, behalve dan misschien de liefde van een dier. Hier is mensen-liefde zo vaak economie. (Als jij niet voor mij… dan ik ook niet voor jou…).
Als je denkt aan onze spirituele vrienden en leraren (ik worstel momenteel een beetje met het woord gidsen). Hoe die altijd voor ons klaarstaan, ons bijstaan, ons zachtjes leiden en soms hard aanwijzingen geven. En in veruit de meeste gevallen krijgen ze daar geen enkele vorm van dankbaarheid voor terug. Sterker nog: hun bestaan wordt meestal gewoon ontkend. Hoe houden ze dat vol. Hoe diep moet hun liefde voor ons dan wel niet zijn.
Dit is geen klaagzang over de mens en over de aarde. Het is goed hier en het is aan ons om het nog beter te maken. Heel kort samengevat is dat denk ik een beetje de kern van het project Leven op Aarde. Maar laat het feit dat we vergeten zijn hoe het in de oorsprong was en hoe wij in de oorsprong waren, niet de reden zijn om, uit angst, ons niet in onze oorsprong te verdiepen. Geef toe aan dat verlangen dat misschien niet rationeel is, maar dat wel van heel diep van binnen komt, van de plek waar we nog steeds verbonden zijn met ‘thuis’. Geef toe aan dat verlangen om een stukje van ‘daar’ te ervaren in het ‘hier’. Een stukje hemel op aarde te brengen.
Dit alles zei ik tegen haar.
Een beetje in extase en met tranen in mijn ogen.
Ze keek me aan en zei:
“Ik doe het.”