web analytics

‘Het verdragen van het niet-weten
is crusiaal
om antwoord te krijgen.’

– Eckhart Tolle

Ik had deze quote laatst gepost op Instagram, met de woorden: ‘Zet u daar uw tanden maar eens in.’ Maar degene die haar tanden erin zette… was ikzelf.

Vraag: hoe goed verdraag ik het niet-weten?
Antwoord: buitengewoon slecht.

Hè, waarom nou toch. Is het dan zo dat ik altijd alles wil weten? Nee. Ik volg bijvoorbeeld bijna geen nieuws. Wel is het zo dat wanneer ik zelf met een vraag zit waar ik geen antwoord op heb, ik heel onrustig word. IJsberen, chocola eten, zoeken, zoeken, zoeken. Erop mediteren, kaartjes trekken, eigenlijk best dwangmatig. Terwijl Tolle hier de suggestie doet: Doe niks. Wees één met het niet-weten. Ga dat verdragen.
Wat een vreselijk voorstel.
Je moet er toch niet aan denken.

Maar ergens… snap ik het wel. En vorige week toen ik, bij mijn traditionele maandagochtend-kaart-trek-ritueel uit een hele bijzondere set, een kaart trok, zei die het ook al tot mijn grote verbazing: ‘Durf maar even niks te doen. Wacht maar af. Geef ons de kans om iets te doen, anders loop je ons voor de voeten.
‘Voor de voeten lopen? Kan dat?’, vroeg ik me af. Je zou toch denken dat ‘ze’ altijd en overal in kunnen grijpen als ze dat willen. Maar als je het vertaalt naar het aardse, dan is het inderdaad heel moeilijk om iets te doen voor iemand die continu dwangmatig bezig is om dingen zelf op te lossen.

Ik begon het uit te proberen. Durven niet-weten. Ergens antwoord op willen en dan denken: ik laat het even bij de vraag en we zien wel.
Het lukte best goed.
Soms wel 2 uur lang (haha.)
Diagnose: verslaafd aan oplossen.

Even een voorbeeld van zo’n vraag. Ik liep bijvoorbeeld rond met een vraag over de huidige eerstejaars-groep van mijn Jaaropleiding Mediumschap. Meerdere studenten in die groep liepen vast in het maken van hun contacten. En het zijn hun eerste contacten, dus dat is ook niet gek. Maar ik merkte dat de aanpak die ik dan normaal heb, dit keer niet werkte. Dus mijn vraag was: wat hebben ze nodig? En ik had geen antwoord. En dat ging ik nu dus eens proberen te verdragen…

Gisteren hadden ze weer een lesdag. En ik nodigde ze weer uit om, veilig in de kring en onder mijn begeleiding, een contact te maken met de spirituele wereld. En terwijl ik daarmee bezig was en zag dat student R. vastliep, ‘hoorde’ ik ineens: leer ze wat jij aan het leren bent, om het even niet te weten. Leer ze ‘een stukje niks’ te creëren. Een stukje leegte dat opgevuld kan worden door degene in de spirituele wereld die communiceert.
Ik benoemde het letterlijk zo: “Wees maar even leeg, even niet-wetend. En kijk dan maar eens waarmee dat vanzelf wordt opgevuld.”
Student R.: “O, ik zie ineens een knalgele auto!”
Ontvanger: “Klopt, die had mijn vader…”
En vandaaruit kon het contact weer verder gaan.

Van binnen was ik er behoorlijk vol van. Wat een stukje niks al niet kon doen zeg. Ik had hetzelfde al op andere manieren geprobeerd te verwoorden, want studenten denken dat ze van alles moeten DOEN, terwijl het idee van mediumschap is dat je je openstelt en het laat komen. Maar nu ik het zo verwoordde, met dat stukje niks, lukte het bij deze groep ineens wel. Dus dat stukje niks leek iets minimaals, maar de gevolgen waren maximaal. Ook bij de andere studenten en ook tijdens andere oefeningen. Dit was wat deze groep nodig had!

En hoe bijzonder, dat de oplossing overeenkwam met mijn eigen zoektocht. Hoe datgene wat mijn studenten nodig hadden, hetzelfde was als wat ik nodig heb. Leerling/leraar… is er verschil, of… leren we samen?

Aan het eind van de dag vroeg ik me af: hoe kwam ik eigenlijk op die blijkbaar zo belangrijke quote van Tolle. En toen wist ik het weer: al bladerend door een hele oude Happinez die ergens lag in een wachtkamer. Op een niksig moment op zo’n niksige plek.

Stukjes niks.
Momenten van leegte.
Het lijkt zo weinig.
Maar het zijn de uitgelezen kansen voor de spirituele wereld
om ons datgene te brengen
waar wij soms dwangmatig naar op zoek zijn.