nov 12, 2019 |
‘Ik zou graag tijdens consulten
de wijze adviezen door willen geven
van mijn onzichtbare vrienden aan de andere kant.’
Dat was een intentie die deze week opkwam.
En intenties zijn krachtig spul hoor.
Ze zetten de toon, ze geven richting en maken daarmee nieuwe dingen mogelijk.
Maar goed, dat zo direct doorgeven van die wijze adviezen vanaf de andere kant, dat kan niet altijd. Het gaat nog altijd om wat de klant nódig heeft, niet om waar ik zin in heb. Soms moet het gewoon meer een praktisch verhaal worden. Maar als Koen binnenkomt, voel ik al snel: bij hem zou het wel bij kunnen gebeuren. Een mooi mens, stralend, open, nieuwsgierig, liefdevol, onderzoekend, wakker. Het verbaast me dan ook niet dat het gesprek vanzelf gaat in de richting van ‘zijn eigen teampje achter hem.’
“Ik noem het meestal mijn vrienden”, zeg ik.
“Snap ik”, zegt hij. “Het woord gidsen klinkt meteen weer zo officieel.”
“Het zou mooi zijn om zelf een actieve communicatie aan te gaan met die vrienden”, zeg ik.
Hij: “Ik ben me wel van ze bewust en ik zie ze ook wel gebaren, maar ik ‘versta’ ze nog niet.”
We hebben het erover hoe hij ze kan gaan leren verstaan.
Over ‘welke taal zij spreken.’
Het gesprek gaat ook over de liefde. Koen heeft de Grote Liefde gevonden.
“Ik zag de liefde tussen mijn grootouders als kind en ik dacht: dat is het, dat wil ik later ook. Nu heb ik haar gevonden. Maar mijn vraag is: kan ik wel onvoorwaardelijk liefhebben?”
Er gebeurt iets als hij de vraag stelt.
Alsof het niet de juiste vraag is.
Het duurt even voordat ik doorheb hoe het zit.
“Is het niet zo dat je al onvoorwaardelijk liefhebt, maar dat je bang bent om het kwijt te raken?”, vraag ik.
“Dat is het precies!”, zegt K. “Ik voel me als de oermens die vuur gevonden heeft in de vochtige, koude bossen. En die dat vuur nu koestert door het te beschermen met zijn handen en door er alles aan te doen om het brandend te houden. Bang om het te verliezen, omdat hij nog niet zelf vuur kan maken.”
Ik wil iets zeggen, maar ik ‘hoor’ mijn teampje er ineens tussendoor komen.
“Tell him there is no need to worry. Tell him that he ís the fire.”
“Mijn onzichtbare vrienden willen iets zeggen”, zeg ik.
“Zeg tegen hem dat hij zelf het vuur is.”
Zonder geluid, zonder beweging.
Alleen maar steeds dikker wordende tranen in ogen die uiteindelijk naar beneden rollen.
“Zo mooi”, zegt K. uiteindelijk.
nov 3, 2019 |
Van het 14e Save Your Soul-weekend.
Save Your Soul-weekenden vinden 3 x per jaar plaats, op Texel dus, in de herberg van Esther en Veronique. De thema’s verschillen per weekend, maar bij de november-editie hoort gewoon: mediumschap. Omdat het dan zo lekker donker is. En omdat de gierende zeewind tegen de herberg beukt, terwijl wij binnen, lekker warm, uitreiken naar de spirituele wereld…
Gisteren was het Allerzielen en daar wilde ik graag wat mee doen. Maar wat? Ik legde het voor aan mijn spirituele vrienden. 2 Liedjes gaven ze me: Als alles duister is… En: True Colours. Dat was genoeg voor een idee.
’s Avonds, na de lange lesdag en het heerlijke eten, kwamen we samen. De lesruimte donker, de luiken dicht, samen in een kring en een brandend kaarsje in het midden.
“Ik vind het nu al leuk”, zei iemand.
Eerst draaide ik Als Alles Duister Is…, wat op mij altijd weer indruk maakt. De tekst is eenvoudig, maar brengt je in een staat van overpeinzing, passend bij de donkere dagen.
Daarna: een visualisatie.
Ik liet ze, in gedachten, in een huis zijn waar ze bezig waren een kamer klaar te maken voor bezoek. Dat bekende gevoel van: kussens recht leggen, koffie zetten, muziekje aan… En toen… ging de bel. Ze liepen naar de deur, deden open en daar stonden: al hun overleden dierbaren! Allemaal! En ze lieten ze binnen en begroetten ze. En zo ontstond een samen-zijn. Gewoon dat. Samen zijn. Misschien wel voor het eerst sinds jaren.
Er klonk gesnif, er rolden tranen en het was mooi en heel intens. Je voelde gewoon dat ze er waren. Allemaal. En zo zaten we een tijdje. Samen. Daarna noemden we hun namen. Want zolang hun namen worden genoemd, zijn ze zeker niet vergeten. En daarna, om de essentie van de band van liefde te onderstrepen, startte ik True Colours.
‘… And I see your true colours
So don’t be afraid, to let them show
Your true colours, true colours
Na nog even in stilte samen zijn, werd het bezoek uitgelaten. En langzaam kwamen ze allemaal weer ‘terug’.
En na wat na-sniffen en overpeinzen, kwamen de verhalen. Altijd mooi om te horen.
Het mooist van allemaal vond ik die van B.:
“Ik doe die deur open en ik zie ze staan en ik denk: o jee, hoe moet dat, want die kan niet met die en die kan niet met die… Maar goed, ik denk: ik laat ze maar gewoon binnen en we zien wel. En wat bleek: nou ineens ging het hartstikke goed samen. Konden ze allemaal wel met elkaar overweg! Dat vond ik wel echt heel bijzonder, want zo is het nog nooit geweest.”
And I see your true colours…
okt 29, 2019 |
voordat iemand die overleden is,
kan communiceren vanuit de spirituele wereld?’
Op die vraag kreeg ik laatst een interessant antwoord.
Het was een week of 3, 4 geleden, op een maandagavond. De 3e les van mijn cursus Ontdek en Train je Intuïtie stond op het punt van beginnen. Iedereen zat klaar voor de meditatie, toen de telefoon van E. afging.
Zei 2 x ja en 3 x nee en hing op.
“Mijn vader is net overleden”, zei ze.
Wij schrokken. We condoleerden haar en ik pakte tissues.
“Ik zou morgen naar hem toegaan om afscheid te nemen. Ik vind het heel erg dat dat nu niet meer kan”, zei ze.
Ik nam de gelegenheid te baat om uit te leggen dat je iemand in het aardse dan misschien niet meer kunt spreken, maar dat er via de spirituele weg nog wel mogelijkheden zijn. En dat mensen soms een betere relatie met iemand kunnen ontwikkelen na hun overlijden dan dat dat-ie ervoor was. Ja, ik weet, het klinkt gek, maar ik ken meerdere voorbeelden daarvan.
Zo praatten we wat, met z’n allen en vervolgens dacht ik: ik moet toch zo een programmaatje gaan draaien voor de andere cursisten. En zij zal zo wel weg willen. Dus ik zei: neem je tijd, maar als je het goed vindt, gaan we toch wat doen.
“Ik denk trouwens dat ik hier blijf”, zei ze toen.
“Ja”, zei ze. “Ik kan daar nou toch niet meer heen. En ik voel me hier fijn.”
Dat voelde als een compliment. En we spraken af dat wij gewoon wat gingen doen en dat zij zou voelen wat goed voor haar was.
Gelukkig had ik een vrij ‘light’ oefening bedacht om mee te beginnen. Ik wilde ze laten ervaren hoe anders je bent wanneer je niet en vervolgens als je wel heel bewust in contact staat met je eigen ziel. Ik vroeg ze om eerst 10 minuten lang te schrijven wat er in ze opkwam. Achter elkaar door. Daarna zou ik ze in een visualisatie praten, waarbij ze in contact zouden komen met hun licht en met ‘het grote licht’. En daarna zouden ze weer 10 minuten schrijven, om vervolgens te kijken wat het verschil zou zijn. (Erg leuke oefening om zelf eens te proberen trouwens.)
We gingen aan de slag. En zij deed een beetje mee en een beetje niet en dat was allemaal goed. Na de visualisatie had ik ook ineens zin om te schrijven. Er dwarrelden woorden binnen en ik pakte pen en papier.
‘Weet, dat wij, in onze wereld, ook ademen. Wij ademen door jullie heen. En als jullie stoppen met ademen, dan ademen jullie hier met ons mee.’
Ik schreef het op. Het voelde als een algemene tekst van Spirit.
‘Mooi’, dacht ik. Ik zag het ook helemaal voor me.
Toen was het alsof er van ‘zender gewisseld werd’ en er iemand anders aan het woord kwam. Het werd een verhaal. Een brief. Vol emoties en vol excuses ook. Het ging over een leven dat geleefd was en hoe dat was gegaan. Ik zag er ook beelden bij. Ik meende iemand te zien die door de praktijk liep met modderlaarzen aan. Hij vertelde me dat waar hij nu was, hij ‘tuinen zag zo ver het oog reikte’. En ineens dacht ik: ‘Zou dit … Nee toch? Dat kan toch niet? Hij is nog geen half uur geleden overleden!’
Toen iedereen klaar was, bespraken we wat er bij alle cursisten gebeurd was en in hoeverre de teksten van elkaar verschilden. Altijd weer leuk en interessant. Maar ik kon het toch niet laten en ik vroeg aan E.: ‘Hield jouw vader van tuinieren?’
“Dat was het enige waar hij van hield”, zei E. “Mijn moeder kon hem bijna niet uit de tuin krijgen…”
Ik zei: “Ik denk dat ik zonet een brief van je vader heb ontvangen…”
Ik schreef hem over in het net.
Deed hem voor haar in een enveloppe.
in de wetenschap dat haar vader die avond was overleden,
maar dat ze een brief van hem op zak had.
Een brief die, zo bleek later, veel betekenis voor haar zou hebben.
Hoe snel communicatie mogelijk is?
En: het is dus nooit te laat…
okt 20, 2019 |
Gelukkig heb ik getuigen.
Anders gaat u dit verhaal
Donderdagavond was weer mijn maandelijkse oefencirkel. Een cirkel voor (oud-)studenten mediumschap die zich willen blijven ontwikkelen. En om onszelf uit te dagen, werken we vaak met een beetje een apart thema.
Dit keer had ik bedacht: communicatie met overleden dieren. Omdat ik zie dat de vraag daarnaar in de praktijk toeneemt en omdat ik ook het gevoel heb dat overleden dieren zelf vanuit de spirituele wereld ook met een soort van vreedzaam offensief bezig zijn. Dus: belangrijk onderwerp.
De belangstelling voor de avond was groot, dus we zaten in een cirkel die de hele praktijkruimte vulde. En hoewel men geïnteresseerd was, voelde ik ook een bepaalde scepsis. Want praten met dieren… toch een beetje raar. Ik voelde dat ik de tijd moest nemen ieders mind te openen voor het idee, want met een gesloten mind… geen communicatie. Dus ik leidde de avond in met het vertellen over een aantal van mijn eigen ervaringen en wat ik daarvan geleerd had.
“Je zult zien dat ze niet alleen heel goed feitelijk bewijs kunnen geven dat zij het zijn, maar ook dat ze prachtige boodschappen door kunnen geven.”
Toen ik dat zei, sloeg de enige aanwezige man, G., zijn handen voor zijn gezicht.
“Janneke, een boodschap van een hond… Dit vind ik echt heel lastig….”
En in stilte riep ik uit naar ‘boven’:
Lieve dieren, ik kan het niet bewijzen, dat moeten jullie nu gaan doen!
We deden een meditatie en een visualisatie waarbij we ons open stelden voor alle dierenvriendjes aan de overkant. En toen moest ik het loslaten.
“Wie voelt er een dier bij zich?”
Dat Y. begon, verbaasde me niet. Zij is zo iemand met een enorm hart voor dieren. Ze had een boskat, met een dikke staart die hij steeds onder de neus van zijn baasje door haalde. Van andere mensen moest hij niets hebben. En hij wist te vertellen dat zijn baasje een fysieke strijd had geleverd, waar hij, als kat, machteloos getuige van was geweest.
Dat is de boskat van vrienden van mij. Die deed dat met die staart inderdaad altijd op de bank en alleen bij zijn baasje. Voor andere mensen had hij geen belangstelling. Die man heeft heel zwaar reuma gekregen wat een heftig gevecht is geweest. Ik snap dat die kat dat gevoeld heeft.
Dat was alvast mooi. En ik wist dat er meer mogelijk was. Naarmate de avond vorderde en iedereen begon te voelen hoe het werkte en dat (!) het werkte, werd de samenwerking intenser. Er kwam een hond die overal lak aan had gehad tijdens zijn leven. Die wegliep wanneer hij wilde en die sliep waar hij wilde, desnoods midden in de kamer. En die liet weten aan zijn aanwezige bazin: “Dit is belangrijk: doen wat je wilt, ruimte voor jezelf nemen.” Haar reactie: “Ik realiseer me nu pas dat ik toen vaak heb gedacht: ik wou dat ik meer kon leven zoals hij het deed. Nu doe ik dat ook. Eigenlijk is hij mijn leermeester geweest…”
Zo. Daar waren we even stil van.
Er kwam een bouvier door bij GG. Ze zag hem zo naar zijn baasje toelopen! “Hij gaat helemaal om je heen liggen, als om je te beschermen tegen mensen.” Het baasje herkende het. Van vroeger en van nu. “Hij gaat ook op je voeten liggen, zie ik. Alsof hij tegen je wil zeggen: “Nu even niks doen, alleen maar zitten en ontvangen.”
“Dat is precies wat ik aan het leren ben”, zei de bazin.
Zo ging het maar door, zo precies, zo intens. En hoera, de kat van de enige aanwezig man kwam ook door! 21 Jaar was ze geworden en hoewel een gezins-poes, was ze van hem en dat liet ze weten ook. Het was geen buiten-dier geweest. Op de bank zitten en naar buiten kijken, dat was genoeg. “Zou jij ook weer meer moeten doen”, liet ze weten aan G.
Hij was zichtbaar geroerd.
Toen kwam er een paard. “Heel… donker is hij. Donkere ogen, donkere vacht, donker…”, zei L., die hem voelde. “En het gaat over de vertrouwensband. Die was er tussen zijn eigenaresse en hem, maar nu wil hij benadrukken dat ze zichzelf ook nog meer mag leren vertrouwen. In haar werk en in haar leven en in de omgang met zichzelf. Is er sprake van nieuw werk?”
“Ik heb net een nieuwe baan”, zei M., die haar paard herkende en heel blij was. “En hij had een IJslandse naam die zoveel betekent als Schemer, of Donker.
Het was toch niet te geloven… Wat een avond!
Toen was het alweer 21.30 uur en wilde ik het gaan afronden.
Maar E. had nog een dier dat ze graag wilde benoemen.
“Het is een aapje”, zei ze.
Dat was natuurlijk een beetje jammer, want niemand heeft een aap als huisdier, maar ik dacht: misschien op een symbolische manier?
“Het is een aapje dat heel blij was met zijn verzorger. Want hij leefde niet in het wild, maar bij iemand thuis. Alleen, hij werd ook geslagen door iemand. En toen heeft-ie een keer teruggemept en dat is niet goed afgelopen. Maar hij wil nog wel even laten weten dat hij het heel goed heeft gehad tot die tijd.”
Er ging een wijfelende vinger omhoog. “Mijn vader heeft in Indonesië gewoond en die had daar een aapje. En dit is inderdaad het verhaal. De broer van mijn vader sloeg hem en toen het aapje terugsloeg, moest hij naar een dierentuin. Daar heeft mijn vader hem nog een keer opgezocht en toen zat-ie helemaal te verpieteren. Hij heeft zich daar altijd heel naar over gevoeld.”
Een dag later, volgde nog de mail van de vader die het verhaal gehoord had van zijn dochter en alles kon bevestigen.
En die verbijsterd was natuurlijk!
Na zo’n lang meegedragen schuldgevoel.
En dan zo’n mooie boodschap van dankbaarheid: ik heb het bij jou heel goed gehad.
Een boodschap van een aapje.
Mediumschap gaat over liefde.
En het maakt niet uit via welke verpakking
okt 16, 2019 |
naar aanleiding van het vorige blogje over de Heilige Ruimte in ons.
Ben jij nou constant op die heilige plek in jou?
Goeie vraag en het antwoord is: nee. Misschien wel meer en meer, maar meestal ben ik toch gewoon Janneke Leber. En stuntel en rommel ik me net zo door het leven als iedereen. Maar als ik werk, gaat die Janneke Leber een beetje uit. Dan ga ik naar die heilige kamer in mij en kom ik bij het stuk dat Weet, zoals ik dat noem. Een stuk dat we dus allemaal in ons hebben!
Het voelt een beetje alsof ik mij in die kamer ‘spiritueel omkleed’, om het zo maar te zeggen. Zoals een rechter zijn toga aantrekt en dan een deel van zijn aardse persoonlijkheid aflegt om namens het Recht te spreken, zo leg ik mijn aardse Janneke Leber bewust af en sta even heel bewust stil bij wat ik echt ben: een ziel. Een licht dat veel groter is dan het ‘huis’ (lichaam) waar we in leven hier op aarde. Een licht dat reist, door tijd, door ruimte, zonder naam, zonder identiteit, God mag weten al hoe lang! Het deel van ons dat Is en dat Weet. En soms hoor ik (Janneke) mezelf (Wetende) dan ook dingen zeggen waarvan ik denk: ‘Goh, wat interessant.’
Een voorbeeld van vorige week: een jonge vrouw, vol levenservaring, vol potentie ook, kwam op consult. Ze had zich al breed had geschoold, maar kwam er maar niet uit in welke vorm ze haar werk zou gaan gieten. Het is haar grote wens om mensen te helpen. Maar welk bordje moest er op de deur?
Ik voelde hoe deze vraag, van ‘dat bordje’, alles blokkeerde, al gedurende lange tijd. En ik wist: het heeft met een nuance te maken. Met hoe ze hiernaar kijkt. Ze kijkt er nu naar zoals de maatschappij het ons leert te kijken: in hokjes, duidelijk en gedefinieerd. Maar: zij is helemaal niet te definiëren en daar wringt de schoen. Ze vraagt iets van zichzelf wat niet kan en dus gebeurt er nu helemaal niets.
“Je denkt dat je een keuze moet maken”, zei de Wetende. “Maar dat klopt niet en daardoor lukt het ook niet.”
“Nee”, zei ze. “Dat merk ik.”
Wat je eigenlijk zoekt is een ingang”, zei de Wetende.
“Ja!”, zei zij. “Dat is het! Een ingang!”
(Hier kon je voelen dat ook zij bij haar Weten zat. Dat is het mooist, wanneer medium en klant samen Wetend gaan zitten zijn…)
“Er was een tijd dat je zelf ontzettend hard hulp nodig had, zo’n 20 jaar geleden, weet je nog?”
Ik (Janneke) dacht: ‘Hoe weet jij dat nou. Je kent die vrouw net 10 minuten.’
Maar Het Wetende is verbonden met alles en iedereen en dwars door alle tijden heen. Dus het ging (gelukkig) onverstoorbaar door:
“Je zocht en je zocht, maar je kon de juiste hulp niet vinden en toen heb je het zelf maar uitgezocht, met vallen en opstaan. Wat je eigenlijk zocht was iemand die buiten de lijntjes kon denken. Een praktijkruimte waar je binnen zou lopen en waar je zou voelen: hier is alles mogelijk. Praten, knutselen, oefenen, mediteren, alles! Je zocht iemand die jou kon zien in al je facetten. En nu… kun je dat zelf. Wees de hulpverlener die je toen zelf zocht. Dat is je ingang.”
Als je kwartjes kunt horen vallen
Je zag die hele praktijk ontstaan!
een mooie hulpverlener rijker.
De Wetende zag dat het goed was.
En Janneke Leber begreep er weer eens niets van…
okt 9, 2019 |
eigen lievelingsonderwerp.
En mijn missie is om mensen daar weer dichterbij brengen.
Dat vind ik niet alleen heel mooi, maar ook heel erg belangrijk. Want in mijn ogen Zijn we die ziel! We zijn als ziel hier naartoe gekomen en geïncarneerd in een aards lichaam. En ooit, als dat lichaam het niet meer doet, dan ‘carneren we weer uit’ en gaan we als ziel weer door. Het is dus eigenlijk onze harde schijf. Onze essentie. En niemand die ons tijdens ons aardse leven er ooit iets over vertelt… Eigenlijk is het heel erg. Want juist dat zorgt voor veel lijden en misverstanden.
Om die reden organiseer ik regelmatig de Avond van de Ziel. Een avond waarin we op een light manier stilstaan bij die spirituele essentie die we eigenlijk zijn. Waarin ik vertel hoe je die kunt ervaren. En waarin we dat ook samen gaan doen. Want doen is leuk.
Vorige week donderdag was er weer eentje, in de Majella Kapel. Ik opende de avond met een filmpje dat voor mij het fenomeen ziel heel helder maakt. En na wat gedachtes over de ziel, stelde ik voor om een visualisatie te gaan doen. Nou denken mensen al gauw: visualiseren = fantaseren = nep, dus, wat is de point. (Typisch aards denken.) Mijn antwoord is een quote van Albert Einstein: “Logica brengt je van A naar B. Verbeeldingskracht brengt je overal.” Dus ook bij de ziel.
Eentje waarin ik ze vroeg of ze zich wilden voorstellen dat ze in een huis waren. Het mocht van alles zijn. En in dat huis, wisten ze, op raadselachtige wijze, waar de Heilige Ruimte was. Ik vroeg ze daarheen te gaan, heel rustig, met gewijde kalmte. En om daar naar binnen te gaan, met respect. En om daar even te Zijn. En te ervaren. En om te beseffen dat in deze ruimte Alles is wat ze ooit als ziel hebben ervaren, Alles is wat ze nu in potentie in zich dragen en Alles is wat ze ooit zullen zijn.
Rustig liet ik ze daarna weer terugkomen. En vervolgens vroeg ik wie er ervaringen wilden delen. Het waren prachtige verhalen, stuk voor stuk en ik kon ze helpen te duiden waar ze voor stonden. Heel mooi was de jonge vrouw die zei:
“Ik geloof dat het bij mij mislukt is. Je zei dat ik wist waar die ruimte was. Dat wist ik ook: beneden. Maar ik dacht toch dat ik naar boven moest. Wat er toen gebeurde was dat ik bleef hangen op de trap.”
Want wat gebeurde daar? Ze erkende dat ze Wist waar ze moest wezen, maar besloot toch te luisteren naar haar hoofd. Resultaat: niks. Stilstand. Blokkade.
Zij: “Dat is precies wat er nu met mijn leven aan de hand is.”
Mooier kon de ziel het niet uitdrukken: je weet waar me te vinden, maar nu doen.
Er waren meer mensen die vertelden last te hebben van hun hoofd.
“Ik word er gek van. Het gaat maar door”, zei een man.
Ik vroeg of iedereen die dat herkende zijn of haar hand op wilde steken.
90% van de handen ging omhoog.
“Het is een ziekte”, zei ik.
Aan het eind van de avond deden we nog een visualisatie, namelijk die ‘met de tuin’. Ik sprak ze in ontspanning en daarin zagen ze een tuin die ze inliepen en waar iets hun aandacht trok. Datgene had ze iets te vertellen. Iets wat belangrijk was. Ook hier gold weer: het mocht alles zijn.
Toen ze er weer uit waren, vertelde ik dat het nu ziel was die ze iets had verteld. En ik vroeg wie er iets wilde delen. Een vrouw achterin stak haar hand op en zei: “Ik zag een vijver met een net erboven tegen de reigers. En er was een enorm grote vis die daarin vast was komen te zitten. Ik bevrijdde hem. En toen vertelde hij me dat ik al succesvol genoeg was, gewoon door wie ik ben.”
“Begrijp je wat er gebeurde?”, vroeg ik.
“Helemaal”, zei ze. “Ik ben de vis. Ik had mezelf compleet klemgezet en nu heb ik mezelf bevrijd.”
“Hoe waren die woorden voor jou?”, vroeg ik.
“Ik voel ze helemaal hier”, zei ze verbijsterd.
Had iemand anders die woorden tegen haar gezegd, dan had ze ze nooit zo gevoeld.
De impact kwam door de plek waar die woorden vandaan kwamen.
sep 18, 2019 |
Ik had gezegd dat het een hele rare cursus is.
Waarin we hele rare dingen gingen doen.
Maar ja, wisten zij veel? Het antwoord: ja, ik denk dat ze precies wisten waar ze aan begonnen. Niet met hun hoofd, maar met hun intuïtie. Dat is het wonderschone van intuïtie; je weet er dingen mee waarvan je niet wist dat je ze wist.
Ik geef die cursus al meer dan 10 jaar. En ook als juf blijf ik leren, want in de loop van de tijd heb ik hem helemaal veranderd. Van een best wel serieuze leerplek is-ie nu verbouwd tot een speeltuin met de gekste speeltoestellen. En dat laatste werkt heel goed, heb ik ontdekt. Dat legde ik ook maandag uit, bij de start van de nieuwe cursus: benader dit niet te serieus, maar sta jezelf toe om te spelen. Dan leer je het meest.
Neem het voorstelrondje. Vroeger ging dat zo: ‘Ik ben Patricia en ik ben secretaresse en ik kom uit Krommenie.’ Tegenwoordig vraag ik iedereen wat zijn/haar lievelingskleur is en wat die kleur voor ze doet. Dan krijg je: ‘Ik ben Patricia en mijn lievelingskleur is mosgroen. Die kleur maakt me rustig. Hij doet me denken aan de trui die mijn oma ooit voor me breidde in die kleur en mijn oma heeft een tijd voor mij gezorgd. De laatste tijd trek ik weer naar die kleur toe. Nu ik erover nadenk: hij herinnert me eraan dat ik nu goed voor mezelf moet zorgen.
Na het voorstelrondje liggen er 8 kleuren en 8 verhalen op tafel. En voelt iedereen de ruimte om te zijn wie hij/zij is.
De tweede oefening die we maandagavond deden was een meditatie, gevolgd door een visualisatie. Daarin liet ik ze een wandeling maken door een tuin, welke tuin er ook maar in ze opkwam. Vervolgens zei ik dat ze als het ware ‘geroepen’ werden door iets in die tuin en vroeg ze het goed te bekijken en ‘te luisteren wat het hen te vertellen had.’
Rare opdracht natuurlijk.
Maar niet voor je intuïtie.
Die weet precies wat hier de bedoeling is. Dit is een kans om gehoord te worden! Dus: daar kwamen de verhalen. De verhalen van de ziel. Want intuïtie is het zintuig van de ziel. Het is het kompas dat je ziel helpt de weg te vinden in deze aardse jungle. En boy, wat een verhalen kwamen er weer maandag.
Iemand dacht dat de oefening bij haar niet echt gelukt was. Ze zag haar opa, in zijn eigen tuin. “Hij deed niks. Zoals hij dat ook in zijn aardse leven niet deed; urenlang zat-ie gewoon in die tuin. Ik weet niet wat ik hiervan moet maken.”
Ik vroeg: “Kan het zijn dat je intuïtie je wil vertellen dat je af en toe eens niks moet doen?”
Het raakte haar zichtbaar. “Ik ben vandaag naar huis gestuurd van mijn werk, met hoofdpijn. Thuis, op de bank, ben ik in slaap gevallen. Ik doe inderdaad teveel.”
Iemand was in de tuin van haar oom en tante terecht gekomen. (Een bekende tuin dus!). En daar was een schommel aan een boom die haar riep. Ze luisterde en hoorde de volgende belangrijke boodschap: ‘Je beweegt wel, maar je komt niet vooruit.’ Ze schrok ervan, maar herkende het wel. Onderweg had ze in een flits een vosje gezien. Die droeg het advies in zich. Die vos was op bezoek in die tuin, maar hij woonde in de vrije natuur. Het advies: durf het bekende weer te verlaten, op zoek naar je eigen vrije natuur. Ze voelde het helemaal.
Er was iemand die vlinders zag met gezichtjes. Ze had ze niet verstaan. Huiswerk: ga er thuis nog een keer voor zitten om te horen wat ze zeggen.
Er was iemand die een poort half open had zien staan, maar er niet doorheen durfde. Huiswerk: Open de poort eens helemaal en kijk eens wat erachter is. Alleen kijken, verder niks.
Maar o zo belangrijk voor de ziel…
[3 oktober, 20.00 uur: Avond van de Ziel. We zijn verhuisd naar de kapel, dus er is weer plek. Iepenlaan 26, Bussum. reserveren@jannekeleber.nl]
sep 12, 2019 |
“Maar hóe dan?!”, zegt T.
Ze klinkt een beetje wanhopig.
“Hóe kan ik mijn ziel dan voeden?!”
Dat ze er op het diepste niveau er een beetje verpieterd bij ligt, dat is haar wel duidelijk. Het ligt dan ook letterlijk op tafel in de vorm van de linten die ze heeft getrokken. Het ‘aardse’ lintje, getrokken met ogen open, is hardrood (kleur van wilskracht) en het lintje dat ze trok met ogen dicht, dat van de ziel: een heel vagig bruin.
Los daarvan herkent ze het gevoel ook. Ze beschrijft het zelf als, als ‘leeg van binnen’ en ‘niet het gevoel hebben dat ik bezig ben met wat ik hier moet doen.’ Yep, dat zijn tekenen van een niet zo blije ziel die vraagt om aandacht en om voeding.
Het is wel belangrijk te erkennen dat het niet raar is dat de ziel is ‘ondervoed’. We leven in een wereld en een tijd waarin het woord ziel niet of nauwelijks wordt gebruikt. En dat staat ergens voor, namelijk voor het niet-bewustzijn van dat deel van ons dat we werkelijk zijn. Dat is niet raar, want waar moest je dat geleerd hebben? Thuis? Op school? Uit de krant of op het werk? Het gaat helemaal nergens over de ziel. Behalve in een consult bij een medium.
Maar goed, dat gezegd hebbende: aan de slag.
“Allereerst: de ziel schreeuwt niet, zoals het hoofd en emoties dat kunnen doen, nee de ziel praat zachtjes. Dus wil je hem verstaan, dan is er een bepaalde mate van rust nodig in het leven. Stukjes niks. Een beetje leegte. Niet echt hip in deze tijd, maar wel heel belangrijk. En indien mogelijk ook bijvoorbeeld in de vorm van meditatie, want dat is aandacht en ruimte voor de ziel.”
“Ik had al de neiging om me wat meer terug te trekken uit van alles”, zegt ze. “Maar ik gaf er maar niet aan toe, want ik dacht: wat dan?”
“Zie het niet als iets verkeerds”, zeg ik. “Probeer het eens voor een tijdje. Rust en ruimte om weer eens te luisteren naar jezelf en jouw ziel.”
“Oke”, zegt ze. “Maar hoe klinkt een ziel dan?”
“Behalve zachtjes, praat de ziel ook geduldig”, zeg ik. “En vaak in de vorm van verlangens. Heb je een steeds terugkerend verlangen dat je niet begrijpt? Luister ernaar. Of het nou gaat om een kleur die je per se wilt hebben, of dat je een bepaalde film wilt terugzien, of het verlangen naar stilte… De ziel wéét: daar zit iets. Een inspiratie, een inzicht, een ontmoeting met iemand, iets dat nu belangrijk is.”
“Daarnaast vraagt een ondervoede ziel om… voeding. Weet je wat jouw ziel voedt?”
Ze haalt haar schouders op.
“Het zijn sowieso de dingen waar je je gepassioneerd over voelt. Je hebt mensen die het hebben van kunst, of van koken of van bezig zijn met dieren.”
Bij het noemen van dat laatste voel ik een rilling. Dat is mijn ziel en die zegt: bingo. Dieren, daar zit het bij haar.
Grappig hoe het lichtbruinige lint op tafel ineens een stuk donkerder lijkt te worden.
“Ik voel een vacht”, zeg ik. “Bruin en glanzend. Ik wil hem borstelen. Ben je graag met paarden bezig?”
Haar ogen twinkelen ineens, voor het eerst in dit gesprek. Alsof het licht vanbinnen aan gaat.
“Grappig dat je het zo zegt”, zegt ze. “Want rijden kan ik niet meer, dus ik dacht dat het hoofdstuk paarden voorbij was. Maar ik dacht laatst nog: ik vind het ook heerlijk om bij paarden te zijn. Als ze me aankijken, dan voel ik me gezien tot in mijn ziel en dan kan ik wel huilen van geluk. Dan heb ik het gevoel: ik ben er weer.”
Zo, dát is een statement.
En wel uit het diepst van haar wezen.
Ze staat zelf ook versteld.
Dit is hoe een consult idealiter verloopt. Niet dat ik vertel wat een ander moet doen, maar dat we samen naar een plek gaan, waar de klant zijn/haar eigen antwoord vindt. En hier is het antwoord: contact met paarden, dát is nodig, als voeding voor de ziel. Voor het contact met zichzelf.
“Ik voel wel paarden bij je in de buurt”, zeg ik.
“Klopt”, zegt ze. “Er is een paarden-pension niet ver bij mij vandaan. Ik heb erover gedacht om me aan te melden als vrijwilliger.”
Ze dacht erover, maar… het kwam er steeds niet van.
Er waren 300 praktische redenen om het niet te doen.
Maar na vandaag is er 1 doorslaggevende reden om het wel te doen.
Luisteren naar haar eigen verlangens.
(Avond van de Ziel, 3 oktober 20.00 uur, kleine zaal Majella Kapel, Iepenlaan 26 Bussum, 15 euro, nog 5 plekken over…)
sep 5, 2019 |
Ik liep door de supermarkt.
En bij de pasta, zag ik C.
Ik keek naar haar en zij keek soort van naar mij, maar… ook weer niet en ze liep door.
Ik bleef even staan en keek om. Misschien was ze even in gedachten. Misschien ging het kwartje nog vallen. Maar nee, ze pakte tomatenpuree en wandelde verder. Het voelde raar.
Het hield me nog steeds bezig toen we elkaar weer tegenkwamen, dit keer bij de eieren. Ik keek en wachtte af. Het feit dat ze me zonet niet had gezien, had me toch soort van kwetsbaar gemaakt. Dus nu zocht ik iets voorzichtiger oogcontact. Maar weer zonder dat er iets gebeurde.
Wat was hier nou toch aan de hand?
Op weg naar huis kwamen er steeds meer vragen: Heb ik iets gemist? Is ze boos op me? Wilde ze me niet spreken in de supermarkt?
C. is een cliënte en we kennen elkaar ook een beetje privé.
Ongeveer een jaar geleden mailde ze me nog. Ze kon niet meer lopen van de pijn in haar rug en artsen konden niks vinden. Of ik haar mee wilde nemen in mijn healing die ik elke avond doe na afloop van mijn meditatie. Dat wilde ik wel, want dat doe ik graag. Het voelt als natuurlijk en mensen vinden het een fijn idee en in de loop der jaren is er weleens wat bijzonders gebeurd. Garanties kan ik niet geven, maar ik vraag ook geen geld.
Nou ja, we konden in elk geval één ding vaststellen: die rugpijn was weg want ze liep als een kievit. En of ik daar nou aan had bijgedragen of niet, dat was goed nieuws, toch? Ja, toch? Ik probeerde het goed nieuws te vinden. Maar… het lukte niet. Want: ik was boos.
‘Zit ik v*** een jaar lang elke avond helende energie te sturen, en dan word je gewoon genegeerd!’, zei de boos.
Die gedachte leek te kloppen.
Maar hij maakte me niet blij.
Het werd een vervelende dag.
Dingen lukten niet en ik was ongeconcentreerd en ik kreeg nog hoofdpijn ook en dat kwam allemaal door de boos.
Uiteindelijk besloot ik dat ik wilde stoppen met boos zijn.
Ik ging zitten, voor een goed gesprek met ‘mijn redelijke Zelf’.
Mijn redelijke Zelf had al meteen 1 belangrijke observatie: C. had me niet genegeerd; ze had me niet herkend. Toch net even wat anders.
Boze stem: ‘Mij niet herkend? Hoe kan dat! We kennen elkaar!’
Redelijke stem: ‘Jullie hebben elkaar bijna een jaar niet gezien. Niet iedereen is even goed met gezichten.’
Boze stem: ‘Maar ik heb haar een jaar lang healing zitten sturen!’
Redelijke stem: ‘Jij was wel bezig met haar. Maar dat betekent niet dat zij bezig was met jou. Ze heeft je erom gevraagd en toen is ze het vergeten. Dat kan.’
De boze stem vond dat onredelijk.
Maar de redelijk stem zei: ‘Ik denk dat je boos bent, omdat je iets voor haar hebt gedaan en je iets terug verwacht. Dankbaarheid?’
Boze stem: ‘Ja, logisch toch?’
Redelijke stem: ‘Misschien wel, maar… of het ook redelijk is…. Als zij is vergeten dat je haar healing hebt gestuurd, hoe kan ze er dan dankbaar voor zijn? En trouwens: doen wij dit werk voor de dankbaarheid?’
Boze stem: ‘Voor wat anders?’
Redelijke stem: ‘Omdat het kan. En omdat het nodig is.’
Die gedachte bleef de rest van de avond in mijn hoofd zitten.
Want ja, we helpen allemaal weleens iemand.
En natuurlijk is het leuk als dat erkenning geeft, of dankbaarheid…
Maar bottom line… gaat het daar natuurlijk niet om.
Aan het eind van de dag was de rust weergekeerd in mijn hoofd.
De interne sfeer weer goed
Kortom: ik had mijzelf geheald.
aug 27, 2019 |
Cliënt S. heeft het zo moeilijk.
Het leven is momenteel zo zwaar.
Zo ontzettend veel vragen heeft ze rondom het overlijden van haar kleinzoon van 12.
Een kind waar ze dol op was, maar dat ze door omstandigheden al jaren niet had mogen zien.
Wat gebeurd is, is niet meer terug te draaien.
Maar waar ze nu vooral voor staat is het niet-weten.
Want ze weet bijna niets.
Hoe is haar kleinzoon precies overleden? Hoe ging het met hem op het moment van zijn plotse dood. Had hij vrienden? Was hij blij op school? Had hij plannen en dromen? Zat hij op een sport? Al die jaren wist ze het niet, en nu, nu het aardse leven van deze jongen zo plots voorbij is, is het gat nog groter en nog gapender, want: definitief.
Maar ik kon haar maar beperkt helpen. Ze wilde contact met haar kleinzoon, maar ze wist zelfs hiervoor te weinig. Vooral voor het opbouwen van het contact is ook bevestiging nodig en die kon ze niet geven. Vanaf mijn kant voelde het niet goed om zomaar te gaan praten, zonder te weten of ik goed zat. Dat kan tegen het eind van een contact wel, wanneer we helemaal op elkaar afgestemd zijn, maar niet zo meteen al vanaf het begin.
Het voelde extreem frustrerend, want ik wist hoe nodig ze het had om nog dingen te horen over die jongen die haar zo dierbaar was. Maar via deze weg zat het er niet in.
“Ik denk dat ik maar naar het graf ga”, zei ze. “Misschien dat ik daar nog iets vind.”
En ik deed iets wat ik nog nooit eerder had gedaan: ik ging met haar mee.
Daar stonden we. Tussen de platte stenen. Ze hurkte neer bij de zijne. Haar handen over de gouden letters van zijn naam. Alsof ze hem zo aan wilde raken, hem door het graniet naar zich toe wilde trekken. Tranen stroomden.
Er lag van alles op het graf. Beeldjes, gekleurde stenen, een verregende brief. Ze pakte de brief. We probeerden hem te lezen, wat nauwelijks lukte. Maar wat wel te lezen was, was het onderschrift: je juf Mirienna.
“Juf Mirienna”, zei ik. “Die naam ken ik. Van jaren geleden alweer. Die is van de school De Klimbol. Is dat bij hem in de buurt.”
“Ja”, zei ze. “Volgens mij woonden ze daar in de buurt.”
En zo hadden we ineens toch een mogelijke ingang voor wat meer informatie. Want misschien was dit wel zijn juf geweest? En dan blijkbaar een betrokken juf.
“Zal ik eens proberen of ik haar kan bereiken?”, vroeg ik. “Misschien wil zij een keer met je praten over hem.”
“Zou je dat willen proberen?”, vroeg ze. “Wat zou dat fantastisch zijn.”
Thuis belde ik de school. Legde het verhaal uit. Maar wat bleek: juf Mirienna werkte er niet meer. En haar gegevens wilden ze niet geven. Dus zo liep ook dit spoor dood.
Wekenlang gebeurde er niets.
Behalve dan dat het verhaal me niet losliet.
Zoals je dat soms met iets kunt hebben: het ging gewoon niet weg.
“Jongens…”, zei ik vorige week. Het was tijdens een meditatie en ik zat er lekker in. Ik had echt het gevoel dat ik met de grote instantie aan de lijn was en ineens plopte die vraag op. “Jongens…”, zei ik. “Alsjeblieft: een zetje, een hint, een beetje informatie, iets… Ik zal me heel erg openzetten. Ik zal heel goed luisteren. S. heeft het zo ontzettend nodig…”
Vanmorgen ging ik zwemmen. Ik trok mijn baantjes in het prachtige openluchtzwembad hier in de buurt. Het was genieten. En toen… tot mijn schrik… tot mijn verbijstering en ook bijna tot mijn verlamming… ze stond daar gewoon ineens zeg. Aan de rand van het zwembad: juf Mirienna. Ik had die hele juf al zeker 10 jaar niet meer gezien. Hoe was dit nou toch mogelijk?
Ik vond de moed om haar aan te spreken.
Ze gaat binnenkort langs bij S.